Algemeen
De eerste productieversie van de Sherman heeft een doosvormig chassis van gewalste pantserplaat, eerst geklonken en later gelast. Het bovenste rompdeel bestaat uit gegoten pantserstaal met daarop een toren, eveneens van gegoten pantserstaal. De bepantsering varieert in dikte van 1,3 cm tot 8,9 cm. De romp is aan de voorzijde 5 cm dik. De aandrijving vindt plaats door een aangepaste vliegtuigmotor. De Continental R975 Cl of R975 C4 is een negen cilinder, viertact kopklep benzinemotor, in stervorm met geforceerde luchtkoeling. Het slagvolume bedraagt bijna zestien liter, en de motor levert een maximaal vermogen van 460 pk bij 2400 omwentelingen per minuut. De motor bevindt zich achterin en drijft via een koppeling met droge plaat en een cardanas de vijfversnellingsbak aan, die voorin geplaatst is. Door de grote hoogte van de stermotor neemt de cardanas in het midden van de tank veel ruimte in beslag. Omdat de toren boven de cardanas geplaatst is, heeft de Sherman een vrij hoge romp. De rupsbanden zijn 42 cm breed, elk opgebouwd uit 79 schakels. Deze bestaan uit een stalen frame, met een bekleding van rubber, staal, of een combinatie daarvan. In het frame zitten twee pennen die in rubberen bussen gevulkaniseerd zijn. De pennen worden verbonden met koppelstukken met geïntegreerde geleidekammen. De Sherman heeft aan beide zijden zes met rubber beklede loopwielen. Deze wielen zijn opgehangen in draagarmen, en per twee gemonteerd in een wielstel. De vering vindt plaats door middel van verticaal geplaatste bufferveren. Aan de voorzijde bevindt zich het aandrijftandwiel en aan de achterzijde het spanwiel.
Het originele ontwerp van de Sherman tank zoals hierboven beschreven is, wordt 'Medium Tank M4A1' genoemd en dit was het eerste type Sherman dat in productie ging. Het type werd door drie fabrieken geproduceerd, namelijk: Lima Locomotive Works (Lima, Ohio), Pressed Steel Car Company (Pittsburgh, Pennsylvania) en Pacific Car & Foundry Company (Renton, Washington). Deze fabrieken bouwden tussen februari 1942 en december 1943 in totaal 6.281 M4A1's met een 75 mm kanon. In januari 1944 werd een volledig gemoderniseerde generatie Sherman- tanks in productie genomen. Naast versies met het 75 mm kanon kwamen er ook versies met een 76 mm kanon (in een nieuwe toren) en met een 105 mm houwitser. Daarnaast werden er talloze grote en kleine verbeteringen doorgevoerd (bron: H.L. Spoelstra).
Normandie 1944 Een uitgeschakelde Sherman M4A1 met appliqué armor wordt opgesleept door een M31 bergingsvoertuig op basis van een M3-tank
Een M4A1 in de intermediate-uitvoering. Foto: Ivan Steenkiste
Het embleem van Genral Steel Casting Corp
In actieve dienst
De Sherman M4A1 is voor het eerst buiten Amerika ingezet in Noordafrika met als bedoeling de daar aanwezige US pantserdivisies te laten oefenen met deze nieuwe tank die de onhandige M3 –tank moet opvolgen. Doordat Erwin Rommel met zijn Afrikakorps de plaats Tobruk inneemt en het Suezkanaal bedreigt, willen de Amerikanen alle aanwezige Sherman-tanks verzamelen en er dan de 2nd US Armored Division onder leiding van Patton mee uitrusten. Echter het leveren van deze tanks aan de Engelsen is sneller en zo krijgt deze tank zijn eerste gevechtervaring in Britse dienst. Het gaat om 300 tanks die worden ingezet in oktober 1942 bij de tweede slag bij El Alamein door het Britse Achtste leger. De eerste gevechtservaring in Amerikaanse dienst vindt een maand later plaats tijdens Operatie Torch (De invasie van Frans Noordafrika) De Sherman wordt met succes ingezet tegen de Pzkfw III met de 50 mm L60 lange loop en de Pzkfw IV met de korte 75 mm L24 loop. De Duitse Tiger-tank is enkele maten te groot en kan alleen worden uitgeschakeld door gebruik te maken van de betere wendbaarheid van de Sherman en door deze in grote hoeveelheden in te zetten. Dit gaat gepaard met grote verliezen aan tanks en bemanning. De M4 en de M4A1 vormen de ruggengraat binnen de Armored Divisions tot eind 1944 als dan het type M4A3 inzetbaar wordt. De tank is bij de landing in Normandië niet meer opgewassen tegen de Pzkfw IV met de 75 mm L48 lange loop. Ook maken ze geen schijn van kans tegen Duitse antitankkanonnen zoals de 75 mm Pak 40 of de gevreesde '88'. Om nog enige kans te maken om deze ongelijke strijd te overleven worden de tanks voorzien van extra bepantsering (appliqué armor). De Sherman krijgt er de bijnamen door als "Tommycooker" en "Ronson" naar de fabrikant van sigarettenaanstekers die reclame maakt met de slogan "Lights up the first time, every time!". Ook de Poolse bemanningen zijn duidelijk in hun bijnaam: "The Burning Grave" (bron: Wikipedia).
Normandie 1944 M4A1 Shermans van de 5th Armored Division
Bij de laatste tank is de uitsparing in de romp aan de achterzijde goed te zien
Sherman M4A1 met een vroeg transmissiehuis
Sherman M4A1 Intermediate with appliqué armor
Aan de Sherman zijn talloze veranderingen en verbeteringen uitgevoerd. Over het algemeen is elk type te verdelen in een drietal rompvariaties; de early-, de intermediate- en late-uitvoering. De belangrijkste kenmerken van de early-uitvoering zijn de kijksleuven (direct vision slots) in de erkers aan de voorzijde van de romp en het gebruik van componenten van de M-3 tank. De intermediate-uitvoering is te herkennen aan de openingen voor de episcopen voor de luiken aan de bovenzijde van de erkers. De late-uitvoering heeft de voorzijde van de romp onder een andere hoek (57 graden) staan en grotere schuinsgeplaatste luiken. De direct vision slots zijn een zwak punt in de bepantsering van de Sherman. Al snel worden er ter velde pantserplaten voorgelast. In het nieuwe rompontwerp komen ze te vervallen en zo worden de erkers iets groter. Hierdoor komt er voor de luiken ruimte om een episcoop te plaatsen. De achterzijde van de romp blijft dezelfde uitsparing houden die men ook bij de early-uitvoering of bij de M4 ziet.
Het transmissiehuis van de M4A1 bestaat uit drie delen die aan elkaar geklonken zijn door middel van bouten. Hierin is er ook weer sprake van verschillende uitvoeringen die zich onderscheiden in de plaatsing van sleepoogbeugels, kabelklemmen en meegegoten nummers. Het loopwerk van de Sherman bestaat per zijde uit een aandrijfwiel, drie loopwielhouders met elk twee loopwielen en een toproller en een spanwiel. Ook bij deze onderdelen zijn er door de fabrikanten verschillende uitvoeringen gemaakt. Het is dus bijna onmogelijk om een standaardpakket voor het juiste loopwerk voor een M4A1 Intermediate samen te stellen. Ook zijn alle onderdelen uitwisselbaar zodat bij reparaties ter velde gebruik gemaakt wordt van wat op dat moment op voorraad is.
Aandrijfwiel
Spanwiel
Loopwiel-houder
De toren van de Sherman in deze uitvoering is een vroege toren (low bustle) met aan de bovenzijde het luik voor de commandant. Dit luik is uitgevoerd in twee delen die openklappen. Aan de linkerzijde zit een uitwerpluik voor de lege hulzen. Op de overgang van de toren naar de loop zit een M34A1-schild.
Om de Sherman enige bescherming te bieden tegen onder andere antitankwapens zoals de Panzerschreck en de Panzerfaust worden deze tanks, voordat ze in Normandië worden ingezet, in Engeland voorzien van een extra bepantsering (applique armor) Deze extra bepantsering komt op de plaatsen waar in de tank de munitie wordt opgeslagen. Deze oplossing werkt redelijk. Ter velde worden de Shermans door hun bemanning voorzien van extra ‘bepantsering’ in de vorm van zandzakken, stukken rupsband, hout en zelfs cement!. Dit alles leidt tot een gewichtstoename en daardoor tot een grotere slijtage van de aandrijving en het loopwerk. Bij de late-uitvoeringen wordt de appliqué armor vervangen door in de tank de granaten in een onbrandbare vloeistof te bewaren.
De vroege toren met het M34A1-schild
Het luik van de commandant
Het uitwerpluik aan de linkerzijde van de toren
Deze aanpassing leidt tot de toevoeging W (van Wet) in naam.
Deze tank
Het exemplaar wat nu tentoongesteld is wordt in de officiële documenten omschreven als een M4A1E9. Door allerlei aanpassingen wordt de Sherman steeds zwaarder. Om de bodemdruk te verlagen wordt er een nieuw type loopwerk met bijbehorende rupsbanden ontwikkeld. In dit proces wordt er ook geëxperimenteerd met een verbreding van het bestaande loopwerk door middel van het monteren van vulstukken. Hierdoor komt de rupsband aan beide zijden op 11,4 cm van de romp te liggen. Deze methode leidt tot goede resultaten en zo ziet de E9-versie het licht. Of deze versie ook daadwerkelijk bij de Amerikanen aan gevechtshandelingen heeft deelgenomen, is mij niet bekend.
Deze Sherman is in het kader van het Marshall Plan en dan specifiek het Mutual Defence Assistance Plan (MDAP) door de Amerikanen aan Nederland geleverd zodat Nederland haar taken binnen de NAVO kan vervullen. In 1951 heeft het Nederlandse leger er 50 stuks van dit type binnen haar bewapening.
Appliqué armor op de toren aan de zijde van de commandant
Appliqué armor aan de zijde van de bestuurder
Appliqué armor aan de zijde van de machinegeweerschutter
Ze worden ingezet binnen de tank- en verkenningeenheden van de cavalerie. Vanaf 1953 begint de vervanging van de Sherman door de Engelse Centurion-tank bij de tankeenheden. In 1957 verdwijnt de M4A1E9 in zijn geheel uit de bewapening. Dan gaat er één exemplaar naar de collectie van het Legermuseum en de rest wordt onder andere gebruikt als oefenobjecten op oefenterreinen (bronnen: CIC Legermuseum en H.L. Spoelstra).
Detailfoto's van de vulstukken op een M4A1E9 zijn te zien op het terrein van de Bernard kazerne in Amersfoort.
Meer informatie over de M4 Sherman is te vinden op: http://nl.wikipedia.org/wiki/M4_Sherman
Foto: William T. Sherman