EmptyFontFont smallerLanguage NetherlandsTaal Engels
Laatst bijgewerkt op: 20-12-2010

Een van de felste gevechten in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog vond plaats in Overloon en omgeving. Van 30 september tot 18 oktober 1944 vochten Amerikaanse en Britse tankeenheden tegen Duitse tanks. De weersomstandigheden waren verre van ideaal: kou, regen en wind bemoeilijkten de strijd. Na het deels mislukken van operatie Market-Garden verplaatst het front zich naar het gebied ten zuiden van Nijmegen.

Het doel van Market Garden was om na de verovering van Arnhem enerzijds Nederland verder te bevrijden door de Duitsers af te snijden die zich in West-Nederland bevonden, anderzijds vanuit Arnhem het Ruhrgebied in te trekken, ondermeer om de Duitse oorlogsindustrie lam te leggen. Maar Arnhem werd uiteindelijk niet bereikt en van het plan om op korte termijn Nederland te bevrijden moest daarom worden afgezien. Dit had vooral te maken met de Duitse weerstand en het ontbreken van de benodigde troepen. Het Canadese 1e Leger was nodig om de Schelde vrij te maken en ook de geplande aanval op het Reichswald vanuit de regio Nijmegen vergde enkele extra divisies. Daarbij kwam nog het probleem van de Duitse troepenmacht die zich in het gebied ten zuiden van Nijmegen langs de Maas geconcentreerd had.

Na verschillende vergeefse aanvallen door de Duitsers op de ‘Corridor’, de weg vanaf de Belgische grens tot aan Arnhem die door vooral Amerikaanse parachutisten op vitale punten was veroverd, worden de Duitsers gedwongen in het defensief te gaan. Een van de Duitse strijdmachten komt daardoor terecht in het gebied tussen Boxmeer en Venlo ten westen van de Maas. Het gebied dat verdedigd moet worden noemen de Duitsers ‘Brückenkopf Venlo’. Het doel is om, na voldoende versterkt te zijn, aanvallen op de geallieerden uit te voeren en de Maasovergangen te beschermen. Het is voor de Duitsers een niet al te moeilijk te verdedigen gebied omdat de geallieerden tegenover veel kanaaltjes en beekjes en het moerassige Peelgebied komen te staan. Omdat Overloon en omgeving een geschikt gebied is om de verdedigingslinies te doorkruisen richten de Duitsers hun noordelijkste verdedigingslinie daar in. 

Een van de voorwaarden voor de geallieerden voor een offensief richting Duitsland is dat er geen bedreiging van de flanken mag zijn. Daarom wordt besloten de Duitse weerstand ten westen van de Maas op te ruimen. Het Engelse 8e Legerkorps met daarin de 11e Pantserdivisie en de 3e Infanteriedivisie zijn dit gebied het dichtst genaderd, maar hen wordt nu rust gegund. Daarom wordt de Amerikaanse 7e Pantserdivisie vanuit Noord-Frankrijk naar de regio Sint Anthonis - Boxmeer gebracht om de klus te klaren.

Door een aantal factoren is er sprake van onderschatting van de vijand. De rapporten van Engelse verkenningseenheden spreken niet van een sterke vijand en de Amerikaanse divisie heeft nog weinig ‘zware’ gevechten gehad en vindt het waarschijnlijk daarom niet nodig extra verkenningen uit te voeren.
Zoals de meeste Amerikaanse pantserdivisies bestaat de 7e divisie uit drie Combat Commands: A, B en R (reserve). Elk Combat Command heeft een of twee tankeskadrons van 18 Shermans en een of twee pantsergrenadier-compagnieën met 24 halftracks. Ondersteuning is er van tankdestroyer-eenheden met M-10’s, en natuurlijk lichte en zware artillerie. Er is ook een verkenningseenheid met M-5 lichte tanks, M-8 Greyhound-verkenningswagens en halftracks, maar deze spelen bij de slag om Overloon geen rol van betekenis. Zij worden ingezet als flankbeveiliging.
De aanval is eenvoudig van opzet: Combat Command A (Kolonel Rosenbaum) valt vanuit Sint Anthonis via Stevensbeek Overloon aan en stoot dan door naar Venray. Combat Command B (Brigade-Generaal Hasbrouck) rukt vanuit Sambeek naar het zuiden op. Via Vierlingsbeek, Venray, Horst en Blerick moet binnen enkele dagen Venlo bereikt zijn. Combat Command R wordt als reserve achter de hand gehouden.

De Duitse strijdmacht is groter en van een betere kwaliteit dan de geallieerden denken. Kern is de Kampfgruppe Walther, genoemd naar hun bevelhebber parachutistenkolonel Erich Walther. Deze bestaat onder andere uit een paar parachutisten-bataljons die opereren als infanterie. Verder is er de 107e Pantserbrigade bestaande uit een pantserafdeling met Panther-tanks en Panzerjäger IV’s en een pantsergrenadier-afdeling die beschikt over gepantserde halfrups-voertuigen. Ook SS-eenheden zijn aanwezig met een Panzerjäger-afdeling en een pantsergrenadier-bataljon. Aan Duitse zijde ligt veel nadruk op anti-tankwapens, daarom zijn wapens als Panzerfausten, Panzerschreck, anti-tankkanonnen en landmijnen ruim aanwezig.


SS Panzergrenadiere Kampfgruppe Walther in Schutzenpantzerwagen Okt 1944


Fallschirmjager bewapend met Schmeisser pistoolmitrailleurs, Panzerschreck en Panzerfaust bij uitgeschakelde Sherman 1944

Op zaterdag 30 september begint de aanval. Combat Command A ondervindt zware tegenstand bij Stevensbeek, maar weet deze lijn zondagmiddag te passeren. Zondagmorgen valt CC. B aan, maar heeft minder succes. Een sterke verdedigingslinie in Vortum, bestaande uit onder andere de SS- Panzerjägerabteilung van Majoor Roestel, weerstaat de aanstormende Shermans en halftracks en brengt zware verliezen toe. De Amerikanen moeten zelfs terugtrekken. Doordat de Duitsers op de hoogte waren van de aanstaande aanval hebben ze de voorgaande nacht veel begaanbare wegen ondermijnd. De Amerikanen beschikken niet over flailtanks en moeten daarom steeds genietroepen naar voren roepen om mijnen te ruimen.


Amerikanen Overloon aanvalskaart

Maandag 2 oktober begint de aanval op Overloon met een artilleriebeschieting. Het worden hevige gevechten waarbij de Duitsers verschillende tegenaanvallen uitvoeren. Te hulp geroepen jachtbommenwerpers brengen wel schade aan, maar de Duitsers hebben stevige verdedigingslinies en zijn meester in het camoufleren. Op het einde van de dag is CC. A niets opgeschoten.
De aanval op Vortum begint ook bij zonsopgang. Al snel worden enkele Shermans buiten gevecht gesteld. Een infanterie-eenheid krijgt opdracht via een omtrekkende beweging de verdedigers bij Mullem aan te vallen. Dit lukt in de loop van de middag en zij gaan verder richting Vortum. Jachtbommenwerpers kunnen niets uitrichten omdat er nog te veel infanteriepatrouilles in de omgeving van Vortum actief zijn. Hierdoor kunnen de Duitsers zonder veel verliezen terugtrekken. Vortum is ’s avonds in Amerikaanse handen.
Dinsdag 3 oktober gaat de strijd bij CC. A op en neer. De Amerikanen kunnen geen doorbraak forceren. CC. B krijgt rust en gaat bewakingstaken uitvoeren in het gebied Sint Anthonis – Boxmeer – Vortum. Zij worden afgelost door CC. R. Deze bestaat uit twee eenheden: Task Force 1 onder bevel van Luitenant-Kolonel Wemple en Task Force 2 van Majoor Fuller. De aanval wordt voortgezet waar CC. B gebleven was. De strijd speelt zich vooral af op de Vierlingsbeekse Heide, het bosgebied tussen Stevensbeek en Vierlingsbeek.
’s Avonds wordt besloten tot een nachtaanval die om 00.30 uur begint. Infanteristen en genie gaan voorop om de weg vrij van mijnen te maken voor de tanks. Dit lukt, maar de infanterie wordt zodanig beschoten dat zij niet in staat is de doorgebroken tanks te volgen. Omdat tanks zonder infanterie weinig kans hebben in de bossen wordt alles teruggetrokken.


105mm Howitzer 7e amerikaanse pantserdiv 05-10-1944 Overloon


Halftrack bij Overloon 06-10-1944


Ondanks de steun op woensdag 4 oktober van P-38 jachtvliegtuigen en een compagnie M-10 tankdestroyers lukt het CC. A niet om Overloon naderen. Ze hebben veel verliezen in personeel en materieel. Het aanvalsdoel van CC. R wordt gewijzigd. Dat wordt nu het ‘boot shaped forrest’, het bosgebied in de vorm van een laars ten noorden van Overloon (de Engelsen zagen er een hond in). Task Force Fullen nadert vanuit het noorden en Task Force Wemple vanuit het noordoosten. De Duitse tegenstand is groot, mede door de goed gecamoufleerde posities van hun artillerie. Uiteindelijk wordt een grote hoeveelheid Sherman-tanks langs de bosrand vernietigd of zwaar beschadigd door onder andere een batterij 88mm-kanonnen die opgesteld staan bij kasteel De Hattert in Vierlingsbeek.


Duits 88 mm geschut FLAK

Onmiddellijk wordt luchtsteun gevraagd en met raketten en brandbommen bewapende P-38’s schieten het kasteel in puin. De verliezen aan Amerikaanse zijde zijn enorm. Dertien Sherman-tanks gaan verloren. Wemple trekt ’s avonds zijn strijdmacht terug ten oosten van de spoorlijn ter hoogte van Groeningen. De volgende dagen zijn er nog wat verplaatsingen bij de Amerikanen, maar de activiteiten blijven verder beperkt tot patrouilleren en het afslaan van tegenaanvallen.

Zaterdag 7 oktober worden de Amerikanen afgelost door de Britse 11e pantserdivisie en de 3e infanteriedivisie die ondersteund wordt door 2 bataljons Churchill tanks.  De Amerikanen vertrekken naar de omgeving van Deurne voor flankbeveiliging van de Britten.


Britse 3e Inf. Divisie onderweg naar Overloon


Overdracht bevel Amerikanen aan de Britten 07-10-1944


Luchtfoto Overloon Mei 1944


Britten Overloon aanvalskaart


Montgomery spreekt troepen toe voor aanval op Overloon


Montgomery speaks in Oploo to troops before battle of Overloon


Donderdag 12 oktober vallen de Britten aan vanuit de bossen bij Stevensbeek.

Na de inleidende artilleriebeschieting volgt er geconcentreerd artillerievuur dat vóór de gereed staande infanteristen neerkomt. In de vorm van een barrage schuift het vuur iedere vijf minuten 100 meter op met als doel het Duitse verzet te breken.


Vuurwals in Overloon


Overloon zwaar beschadigd


Overloon huis aan huis uitkammen op achtergebleven duitsers


De Engelse infanterie, ondersteund door Churchill tanks, -vlammenwerpers en Sherman-flailtanks bereiken na hevige gevechten Overloon dat door de artilleriebarrage zwaar beschadigd is.
De volgende dag wordt Overloon gezuiverd van achtergebleven Duitsers. In de bossen rond Overloon vinden nog felle gevechten plaats.

Zaterdag 14 oktober wordt het gebied ten zuiden van Overloon tot aan de Molenbeek veroverd door het 1e bataljon van het Norfolk-regiment. Ten oosten van Overloon neemt het bataljon South Lancashires veel Duitsers gevangen.


Overloon gevangen genomen duitse strijdkrachten


Panthertank 222 uitgeschakeld

De zondag wordt gebruikt voor reorganisaties en reparaties voor de komende aanval op Venray die op maandag zal beginnen.
Op maandagmorgen 16 oktober begint de aanval met de oversteek van de Molenbeek. Door hevige regenval en de door de Duitsers ontregelde waterhuishouding is de Molenbeek zes meter breed geworden. Omdat de Duitsers veel mijnen gelegd hebben, zelfs ín de beek, is het een moeilijk te nemen obstakel. Alle overgangen zijn vernietigd.

De bataljons Norfolks en  Warwicks steken als eersten over via kapok-pontons. Omdat de bruggenlegger die de brug moet leggen zelf met brug en al omkantelt blijven de infanteristen verstoken van ondersteuning van tanks. Ten koste van veel slachtoffers.


Loobeek gekantelde Bruggenlegger


Brabander oversteken loobeek 15 okt 1944


Britten bevrijden Venray


Pas drie uur later kan 600 meter verderop een nieuwe brug gelegd worden. Maar ook deze oversteek verloopt zeer moeizaam, omdat de tanks vast komen te zitten in de modder en de Duitsers onophoudelijk blijven vuren. Ondanks zwaar tegenvuur komen de infanteristen door de artilleriebarrage toch vooruit. Maar er is weinig dekking. Naarmate de tijd vordert komen er meer Churchill-tanks over de beek en uiteindelijk lukt het de Britten de Duitsers tot terugtrekken te dwingen.

Dinsdag 17 oktober volgt de verovering van de gebieden tot aan Venray en woensdag 18 oktober wordt Venray bevrijd.

De Slag om Overloon is voorbij.

Foto’s: Collectie Peter van de Pasch Overloon
Auteursrecht vermeld bij de mededelingen is van toepassing.


Overloon Panther 222 in Oorlogsmuseum

Battle of Overloon: 2nd Caen

Slag om Overloon